Eigenlijk zouden de Koloniën van Weldadigheid in Veenhuizen, Frederiksoord, Wilhelminaoord en het Belgische Wortel zondagmiddag al te horen krijgen of ze toegevoegd zouden worden aan de werelderfgoedlijst van Unesco. De vergadering liep zondag 25 juli 2021 zoveel uit dat het agendapunt over de Koloniën van Weldadigheid naar de volgende dag werd verplaatst. Ook maandag bleef het heel lang spannend. Maar, vlak voor het einde van de vergadering kon de champagne worden ontkurkt en de vlaggen gehesen: de Koloniën van Weldadigheid krijgen hun felbegeerde plaats op de Werelderfgoedlijst!
Met de benoeming tot werelderfgoed treden de Koloniën van Weldadigheid toe tot een select gezelschap monumenten, steden en natuurgebieden die worden beschouwd als onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld. Samen met de landbouwkolonie in het Vlaamse dorp Wortel zijn de Koloniën van Weldadigheid in Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Samen vormen zij transnationaal Unesco Werelderfgoed.
Beschermen en uitdragen
De Koloniën van Weldadigheid zijn het elfde Werelderfgoed in het Koninkrijk der Nederlanden. Erkend zijn als UNESCO Werelderfgoed brengt verplichtingen met zich mee, waar het UNESCO Werelderfgoedcomité op toe ziet. De betrokken partijen zullen zich blijvend inzetten voor het beschermen, het behouden en het uitdragen naar het publiek van dit werelderfgoed. Daar werken Nederlandse en Vlaamse partners in samen.
Cees Bijl, gedeputeerde van de provincie Drenthe en voorzitter van de Stuurgroep die de nominatie voorbereidde: “Sinds 2012 spannen provincie Drenthe, provincie Antwerpen, betrokken gemeenten, erfgoedorganisaties en vele bewoners van de gebieden in Nederland en Vlaanderen zich samen in voor het aantonen van de wereldwijde uniciteit van de Koloniën van Weldadigheid. De erkenning van de Koloniën van Weldadigheid als UNESCO Werelderfgoed is de ultieme kroon op al het werk dat is verricht. Het is ook een relevante toevoeging op de Werelderfgoedlijst vanwege het wereldwijde actuele onderwerp armoedebestrijding. We zijn ontzettend trots dat we in het rijtje staan tussen de Waddenzee en de Taj Mahal. De vlag kan uit.” Het is een prachtige opsteker voor Veenhuizen en de andere Koloniën van Weldadigheid.
Koloniën van Weldadigheid
De Koloniën van Weldadigheid ontstonden in 1818 als burgerinitiatief in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Destijds leefde een op de drie huishoudens in de steden in armoede. De landbouwkoloniën werden ingezet om armoede te bestrijden, door mensen te verheffen met werk op het land, vorming en opleiding. De Koloniën van Weldadigheid zijn de vroegste en grootste binnenlandse landbouwkoloniën voor armoedebestrijding ter wereld. Ze functioneerden tot de komst van sociale wetgeving in 1918.
“Door in de Koloniën van Weldadigheid werk, gezondheidszorg en onderwijs aan te bieden, konden mensen zich onttrekken aan zeer armoedige omstandigheden. Het gedachtegoed dat eraan ten grondslag ligt, is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van het sociale stelsel in Nederland, maar ook daarbuiten”, aldus Kathleen Ferrier, voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie.
Uitzonderlijk landschap en verhaal
Het landschap van de Koloniën van Weldadigheid werd ingericht op een geordende en symmetrische manier die bewoners aan moest sporen tot rationeel en productief gedrag, zodat mensen zelfredzaam konden worden. In de Koloniën ervaar je deze structuur nog steeds als je kijkt naar de monumentale lanen, waterwegen, akkers en bebouwing. De geschiedenis is actueel doordat zij inspiratie biedt voor de kunsten, voor boekpublicaties en ondernemerschap. Daarnaast heeft één op de 16 Nederlanders hier voorouders. De bezoekerscentra bieden een introductie in de gebieden en hebben programma’s voor het onderwijs. Samen ontvingen de bezoekerscentra al eerder het Europees Erfgoedlabel.
Beschermen en uitdragen
De Koloniën van Weldadigheid zijn het elfde Werelderfgoed in het Koninkrijk der Nederlanden. Erkend zijn als UNESCO Werelderfgoed brengt verplichtingen met zich mee, waar het UNESCO Werelderfgoedcomité op toe ziet. De betrokken partijen zullen zich blijvend inzetten voor het beschermen, het behouden en het uitdragen naar het publiek van dit werelderfgoed. Daar werken Nederlandse en Vlaamse partners in samen.
Het Drentse Landschap en BOEi zijn sinds kort de nieuwe rentmeester van het ensemble Veenhuizen. De erkenning als werelderfgoed geeft ons een extra stimulans om dit unieke erfgoed op een goede en verantwoorde manier te beheren en te behouden voor de toekomst. De Nieuwe Rentmeester wil alle betrokkenen die zich voor het behalen van deze status hebben ingezet enorm bedanken en complimenteren.